VIII. Hervorming van de Orde en wanorde
Een beknopte geschiedenis van de Belgische architecten en hun beroepsstructuren
Deel VIII.
Orde en wanorde: interventie van minister Laruelle
Begin 2004 en nadat deze functie jaren vacant gebleven was wordt de nieuwe directeur bedankt die eindelijk aangenomen was door de Nationale Raad; de Vlaamse raadsleden maken van de gelegenheid gebruik om te weigeren een andere aan te nemen en bevestigen hun doel om de Orde op te splitsen volgens gemeenschappen. Op 5 maart zal een buitengewone managementvergadering elk van de taalsecties uitnodigen om hun voorstellen met betrekking tot het beheersplan te formuleren en hun standpunt kenbaar te maken aangaande de opdrachten die hen gedelegeerd zouden kunnen worden.
De bezinning over de toekomst van onze structuren treedt overigens buiten het kader van de Orde aangezien La Cambre tezelfdertijd "Wie is bang van architectuur?" presenteert, een witboek over hedendaagse architectuur in België, uitgegeven ter gelegenheid van haar 75e verjaardag. Dit document, geschreven door een groep zonder vertegenwoordigers van de beroepsorganisaties, bevat 13 aanbevelingen: 12 daarvan zijn verzoekschriften met algemene principes, terwijl de 10e aanbeveelt de representativiteit en functies van de Orde van Architecten te herzien en te overwegen het monopolie af te schaffen of te beperken.
Het discussieklimaat wordt grimmiger op 22 april wanneer tijdens een cultureel evenement door de Raad van de Orde van de Provincie Oost-Vlaanderen georganiseerd in Gent, de Conferentie van Voorzitters van de Vlaamse Provincies en Vlaamse afgevaardigden van de Nationale Raad aankondigt aan dat het unilateraal maar unaniem besloten heeft om de Orde van Architecten in twee afzonderlijke ordes te splitsen, een Nederlandstalige en een Franstalige. In het verlengde besluit het over te gaan tot de oprichting van de NeRoA (Nederlandstalige Raden van de Orde van Architecten), een feitelijke vereniging met haar zetel op hetzelfde adres als de Raad voor Vlaams-Brabant. De volgende dag wordt deze verklaring neergelegd bij de Nationale Raad.
In juli zullen de UPA-BUA en de SCAB een standpunt innemen in een persbericht over de intentie van splitsing. Ze klagen de manier aan, vragen om in alle sereniteit na te denken over de hervorming van de Orde en stellen een herstructurering voor op gewestelijke basis, wat nauwer aansluit bij de praktische noden van een dialoog met de overheden. Deze verklaring, doorgegeven door FAB, zal per e-mail in drie talen naar meer dan 6.000 architecten verzonden worden.
Naar aanleiding van deze stellingnames nodigt de minister van Middenstand, Sabine Laruelle, aan het begin van het schooljaar 2004 de hele Nationale Raad en de voorzitters en vice-voorzitters van de provinciale raden uit voor een overlegvergadering en nodigt hen uit voor een nieuwe ontmoeting, waar ze concrete voorstellen verwacht. Eind december zal de Orde helaas nog geen gemeenschappelijk standpunt voorstellen aan de minister, die twee maanden later in de kolommen van de beroepspers zal klagen over de weinige respons die zij van de Nationale Raad gekregen heeft omtrent de hervorming, maar ook over essentiële kwesties voor het beroep (zoals de verantwoordelijkheid).
Er dient opgemerkt dat het Vlaams Belang (voorheen Vlaams Blok) in dezelfde periode een voorstel voor de splitsing van de Orde heeft ingediend, waardoor de Vlaamse vertegenwoordigers in een gênante positie worden geplaatst en gedwongen worden zich van deze benadering te distantiëren.
Het ontwaken van de franstaligen
De associatieve wereld blijft echter niet inactief: in december organiseerde de vereniging "Actions Communes” van de Belgische architectuurverenigingen, die een reeks beroepsverenigingen verenigt, een dag in Les Moulins de Beez gewijd aan de barema's alsmede aan andere actuele beroepskwesties. Deze qua deelname zeer succesvolle dag zal opgevolgd worden door een andere studiedag in februari 2005 en zal het startschot zijn van een reflectiegroep die zich eerst zal concentreren op de hervorming van de Orde en zal een nieuwe impuls geven aan de dialoog tussen beroepsverenigingen.
Op 23 augustus 2005 dienen de "Actions Communes" voorstellen in voor de hervorming van de Orde en zullen ze aan de oorsprong liggen van de oprichting (op initiatief van de Luxemburgse provinciale raad) van de "Groupe de Bouge", die verschillende maanden zal werken om het standpunt van de Franstalige architecten ten opzichte van de hervorming vast te leggen.
Op 1 juli 2005 beoefenen de Vlaamse vertegenwoordigers de politiek van de lege stoel tijdens de traditionele samenstelling van het nieuw Bureau van de Nationale Raad van de Orde om hun eisen om de structuren te hervormen kracht bij te zetten. De samenstelling van het Bureau wordt daarom uitgesteld tot september waarbij de Nationale Raad voor de tweede keer bijeenkomt in afwezigheid van de Vlaamse afgevaardigden en een voorlopig Bureau samenstelt onder het voorzitterschap van een Franstalig lid (terwijl die naar gewoonte moest toekomen aan een Vlaming).
De Vlamingen zullen het pas in november opnieuw vervoegen wanneer de Nationale Raad toegestemd heeft tot het principe van de splitsing van de Orde en ze zullen een nieuw Bureau samenstellen onder het presidentschap van Jos Leyssens (ook voorzitter van de NAV) die zich in de pers zal voorstellen als "de jongste en de laatste president van de Nationale Raad".
Op 29 september richtten de Nederlandstaligen de feitelijke (en dus niet-officiële) vereniging "Vlaamse Raad van de Orde van Architecten" op, die de NeRoA opvolgt (Nederlandstalige raden van de Orde van Architecten).
Aan Franstalige zijde brengt een eerste plenaire vergadering in oktober vertegenwoordigers van de vijf provinciale raden en de belangrijkste beroepsverenigingen samen om een gemeenschappelijk standpunt te ontwikkelen onder de Franstalige architecten over de hervorming van de Orde. Deze groep, die de tegenhanger is van NeROA en het hele beroep aan de Franstalige kant vertegenwoordigt, organiseert snel thematische werkgroepen en neemt de naam van "Concertation des Architectes francophones et germanophones". Haar werk zal helaas gehinderd worden door de systematische obstructie van enkele provinciale afgevaardigden van de Nationale Raad die besloten solo slim te spelen.
Eind oktober stelt het kabinet van de minister Laruelle een tekst voor voor de herziening van de wet van 63 die vermoedelijk gestemd kan worden in het kader van een programmawet voor het einde van de legislatuur. Deze tekst houdt echter geen rekening met het werk van beide taalvleugels, noch met de beschouwingen die de gezamenlijke groep gedurende een maand in haar kabinet had verzameld.
Op 1 december dient de Nationale Raad haar hervormingsvoorstel in bij de minister. Deze tekst wordt echter vergezeld van wijzigingen van de Vlaamse Raad f. v., van de Franstalige vleugel en de "Baronnen" en in de dagen die erop volgen ontvangt de minister een hele reeks opmerkingen en een nieuwe versie afkomstig van de Vlaamse Raad. Zoals eerder pleiten de Franstaligen voor een regionale organisatie en het behoud van een effectief federaal orgaan, terwijl de Vlamingen een opsplitsing van de gemeenschappen willen alleen overschouwd door een zeer symbolisch orgaan. De minister kan alleen het gebrek aan consensus van de standpunten vaststellen.
Enkele grote stappen vooruit
Te midden van deze moeilijke onderhandelingen kent het beroep echter een feestelijk moment met de viering van het honderdjarig bestaan van de FAB op 27 oktober 2005 tijdens de vooravond van de prijsuitreiking van de Belgische Architectuur Awards in Flagey.
Dit jubileum verloopt echter niet helemaal sereen gezien in dezelfde maand het protocol tussen de Nationale Raad en de FAB over "Buitenlandse Zaken" aangaande Belgische architecten eenzijdig opgezegd wordt door de Nationale Raad onder druk van de NeRoA en het NAV die achtereenvolgens hun kandidatuur ingediend hebben bij de ACE.
Om de resterende representatieve posities te blokkeren (elk land kan worden vertegenwoordigd door maximaal 5 representatieve verenigingen), besluiten Franstalige verenigingen ook hun kandidatuur in te dienen. Geconfronteerd met dit beschamende precedent dat gevolgen kan hebben in andere lidstaten (bijvoorbeeld met Corsicaanse of Baskische architecten), besluit de ACE de voorwaarde van het "nationale" karakter van de aangesloten verenigingen opnieuw in te voeren.
Een reeks constructievere vernieuwingen zal het beroep gelukkig wat optimisme bijbrengen.
Allereerst stelt de Franse Gemeenschap met haar decreet van 27 januari 2006 nieuwe regels inzake cumul vast: de onderwijsfunctie van een docent die een bezoldigde of zelfstandige functie buiten het onderwijs uitoefent, wordt voortaan beschouwd als zijn hoofdberoep (en de beroemde Bondt-commissie is daarmee afgeschaft). Deze bepaling, die al jaren geclaimd wordt, stelt vakmensen in staat om weer in goede omstandigheden les te geven.
Aan een andere oude eis van de architecten wordt ook voldaan met de wet van 15 februari 2006 (gedragen door de minister Laruelle) met betrekking tot de uitoefening van het beroep van architect in het kader van een rechtspersoon. Deze wet stelt architecten in staat hun aansprakelijkheid te beperken door de mogelijkheid om rechtspersonen in te schrijven op de Tabel. Het legt ook een verplichte aansprakelijkheidsverzekering op (het was deontologisch al opgelegd sinds 1985) en voorziet in financiële controle van de Orde door het ministerie en in de benoeming van twee extra ambtenaar raadsleden "benoemd door de koning" (die de samenstelling van de Nationale Raad op 20 leden brengt).
In mei besloot de Nationale Raad als onderdeel van de uitvoering van de hervorming en om een zekere leemte op te vullen twee secretarissen-generaal aan te werven. Als de keuze van de Nederlandstalige secretaris snel gemaakt is, veroorzaakt die van zijn tegenpartij helaas nieuwe spanning binnen de Franstalige vleugel (vanwege de eeuwige "cavaliers seuls").
Daarom zal tot januari 2007 gewacht moeten worden alvorens een Franstalige secretaris-generaal zijn functie bij de Nationale Raad opneemt. Ze zal het helaas slechts drie maanden uithouden vanwege haar isolement in de CNOA-administratie en diverse pressies en ze moet vervangen worden door een andere kandidaat.
Wat de professionele bescherming van de architect betreft moet nog gewezen worden op de wet van 25 april 2007 betreffende verschillende bepalingen die in de artikels 72 en volgende de onaantastbaarheid van de privéwoning van de personen die een zelfstandig beroep uitoefenen, vastlegt.
Merk ook op het einde van 2006 op gebied van de synergieën tussen verenigingen de samenwerking van de UPA-BUA en de AABW met de publicatie van het tijdschrift "Architrave" uitgegeven door de SRAVE van Verviers.
Herstructurering van het associatieve veld
Op 18 januari 2007 worden de Staten-Generaal van de Franstalige architecten georganiseerd door de "Conseil Francophone et Germanophone des Architecten" oftewel CFgOA (opvolger van het overlegorgaan dat twee jaar eerder werd opgericht) in de Moulins de Beez, met steun van de ministers Antoine (Région Wallonne) en Dupuis (Région Bruxelles Capitale). Ze brengen een honderdtal mandatarissen van de raden van Orde en Franstalige beroepsverenigingen samen en maken een stand van zaken op van de hervorming en het standpunt van de architecten in het zuiden van het land.
Door betrokken te raken bij de verschillende bespiegelingen rond de hervorming van de Orde, wordt het associatieve veld ook gedwongen naar haar eigen, noodzakelijke hervorming te kijken. Een reorganisatie is inderdaad essentieel om het hoofd te bieden aan nieuwe regionale en gemeenschapskwesties die het lokale niveau van bestaande verenigingen overstijgen. Op 7 maart besloten de Franstalige beroepsverenigingen die zich in Waver verzameld hadden in het kader van de “Actions Communes des Architectes”, de Franstalige vleugel van de associatieve wereld te reorganiseren door twee regionale structuren te vormen: de Association des Architectes Wallons (die de UWA wordt) en de Association Bruxelloise des Architectes (later AriB: Architects in Brussels).
Net als de nieuwe Vlaamse BVA, brengen deze twee nieuwe organen de betrokken verenigingen samen evenals individuele leden om de architecten te vertegenwoordigen ten opzichte van hun politieke en administratieve toezichthoudende autoriteiten.
Er wordt ook een centrale centrale dienstenorganisatie op poten gezet, met name om adverteerders een alternatief te bieden voor de "Waalse architectendienst" van de Vlaamse NAV, opgezet om de markt aan te boren die onvoldoende uitgebaat wordt door de Franstalige verenigingen. Er zal uiteindelijk een "territorialiteits"-overeenkomst gesloten worden tussen de Actions Communes en het NAV.
Parallel aan deze bundeling van energieën (en de moeilijkheden die sommige kleine associaties ondervinden) wordt een nieuwe vereniging geboren met de officiële oprichting van de G30. Deze groep, die de bazen van de belangrijkste architectenbureaus in België samenbrengt en sinds enkele maanden informeel actief is, werkt specifiek op vragen voor dit type structuur (openbare aanbestedingen, de kwestie van schijnzelfstandigen, contracten, omvang en verzekering van werknemers, enz.).
Merk ook op in het voorjaar van 2008, ter gelegenheid van de ontvangst van de stagiairs van de Raad van Brabant FR (omgedoopt tot "Raad van Brussel-Hoofdstad en Waals-Brabant" tot grote ontevredenheid van de Nederlandstalige raden), de lancering van de vereniging van “Jeunes Architectes de Belgique” (JAB) die het pleit op zich neemt van de verdediging van jonge medewerkers van architectenbureaus (en die hierdoor later aangezet zal worden om met de G30 te onderhandelen).
In dezelfde periode is de oprichting van de Technische Commissie "Architecten" binnen het WTCB, geïnitieerd door de FAB, een manier om het vroegere "Comité FAB-WTCB" nieuw leven in te blazen. Het doel is om het WTCB elke suggestie te doen aangaande de verwachtingen van de architecten ten aanzien van hun onderzoek en publicaties.
Er moet ook aan worden herinnerd dat eind 2008 de langverwachte lancering van het tijdschrift "Arch-Index" in de Franse versie gelanceerd wordt. Het verschijnt helaas aan het begin van een periode van economische crisis.
Ten slotte voert minister André Antoine op 23 maart 2009, door een decreet tot wijziging van de CWATUP, een overlegplatform in tussen de architecten en de overheid via een Maison de l'Urbanisme (gevestigd in Namen) waarvoor de UWA (dat officieel werd opgericht in 2008) erkend wordt.