Naar inhoud

UPA-BUA Union Professionnelle d'Architectes
Beroepsunie Van Architecten

VII. Nieuwe manieren van werken

Een beknopte geschiedenis van de Belgische architecten en hun beroepsstructuren

Deel VII.

 

Kwaliteit en nieuwe professionele benaderingen

Wanneer de eeuwwisseling gekenmerkt wordt door de invasie van computer- en informatica-instrumenten, wordt ze ook gekenmerkt door de ontwikkeling van het kwaliteitsconcept als een gestandaardiseerd begrip en gecertificeerd op basis van ISO 9000-normen.
In de Angelsaksische landen waren grote architectenbureaus al enige tijd begonnen met certificering: naast de bijdrage van deze certificering voor hun imago, konden ze ook de positieve impact van de kwaliteitsbenadering vaststellen op de efficiëntie en het rendement van hun kantoor. Vanaf de eeuwwisseling zullen ook enkele grote Belgische architectenbureaus de sprong wagen.

Maar de ISO-certificering valt niettemin zwaar uit in een bouwwereld die voornamelijk uit kmo's bestaat. Daarom zullen SECO en WTCB het COQUAL-label lanceren in 2003, een kwalificatiesysteem dat minder zwaar is en meer aangepast aan de sector. De eerste COQUAL-kwalificaties worden toegekend aan KMO’s in de bouwsector, waaronder verschillende architectenbureaus uit de regio Verviers.

Deskundigen architecten nemen ook de trein van QA: in 2000 organiseert het Nationaal College van Deskundigen-Architecten (CNEAB-NCDAB) een training in Quality Assurance voor haar leden en maakt van de gelegenheid gebruik om een specifiek Kwaliteitshandboek te schrijven waardoor sommigen van hen in 2003 reeds gecertificeerd kunnen worden.

In 2002 publiceerde de CNOA op haar website haar eigen Kwaliteitshandleiding en een jaar later deed de ACE hetzelfde (men kan zich herinneren dat de UIA op haar congres in Beijing reeds de “Proposed UIA Accord on Recommended International Standards of Professionalism in Architectural Practice" had aangenomen).

Maar zoals de inleiding van de Quality Charter van de ACE terecht opmerkt is het belangrijk om altijd een onderscheid te maken tussen de kwaliteit van de service (afgehandeld door QA), de kwaliteit van het uirgevoerde bouwwerk en de kwaliteit van de architectuur (ontwerp).
Dit laatste is gelukkig niet helemaal vergeten gezien op 12 februari 2001 een resolutie van de Raad van de Europese Unie over de kwaliteit van de architectuur in de stedelijke en landelijke omgeving gestemd wordt. Deze resolutie, die grotendeels het resultaat is van het reflectiewerk van het "European Forum for Architectural Policies", moedigt de lidstaten onder meer aan hun inspanningen op te voeren voor een betere kennis en promotie van architectuur en stedebouwkundige cultuur.


Het beweegt weer aan de kant van de Orde

Sinds jaren vertoonde de Orde van Architecten tekenen van veroudering. Verschillende onderzoeken die eind jaren tachtig uitgevoerd zijn hebben inderdaad talrijke problemen van beheer en organisatie aan het licht gebracht: verschillen in de behandeling van ethische kwesties per regio, gebrek aan continuïteit in het algemene beleid, gebrek aan leesbaarheid en interventiecapaciteit, problemen in verband met personeelsbeheer. Maar zoals we eerder zagen werden de oplossingen van de geraadpleegde organisatieconsultants nooit geïmplementeerd.

In 1998 ontdekten de architecten tot hun grote verbazing nochtans een hervormingsproject voor de Orde, zonder enig overleg met het beroep ontwikkeld door de minister van de Middenklasse, Karel Pinxten en de voorzitter van de Orde, Bernard Vauterin. Dit voorstel zal een storm van protest van de verenigingen en provinciale raden veroorzaken, met als gevolg dat het project begraven wordt hoewel het aansloot bij de nieuwe staatsstructuren (aangezien het regionale organen voorzag naast de twee deontologische kamers), maar erg log was.

De stopzetting van dit hervormingsproject en de pensionering van de administratief directeur van de Orde (die niet onmiddellijk vervangen wordt) belet niet dat de Orde enkele praktische initiatieven neemt: in 1999 werft de Nationale Raad een tolk Nederlands-Frans voor haar maandelijkse vergaderingen en huurt ze een computerwetenschapper in om een website te bouwen die vanaf begin 2000 volledig operationeel is.
In hetzelfde jaar wordt Architext, het informatieblad van de Orde overgenomen door de ICASD dat een nieuw contract tekent met de CNOA voor het A+ tijdschrift, terwijl de opendeur actie opnieuw wordt opgestart op meer professionele wijze onder de naam "Mijn Huis, Mijn Architect".

In 1999 werkt de Conseil provincial du Brabant français de "Gids van de Jonge Architect" bij en geeft deze opnieuw uit, gezien het niets doen van de Nationale Raad die ervoor had moeten zorgen.
Twee jaar later, in 2001, werd een cyclus van 66 uur bijscholing voor stagiairs georganiseerd in zeven middenstandcentra in het hele land, op initiatief van de Orde en haar nieuwe president Pierre Sauveur. Dit initiatief gesubsidieerd door de Nationale Raad zal in het Waalse Gewest vanaf het tweede jaar kunnen genieten van het systeem van opleidingschèques en zal aan franstalige kant regelmatig georganiseerd worden, terwijl het aan de Vlaamse kant opgeheven wordt.


Bedenkingen bij de broodnodige structurele hervormingen

Zelfs als het hervormingsvoorstel van de voorzitter Vauterin  unaniem verworpen is zal het op zijn minst de verdienste hebben gehad om het debat over de Orde maar ook over het geheel van de professionele structuren op gang te brengen. Teken aan de wand van de onverschilligheid van de architecten tegenover hun orde is het feit dat er voor de Ordeverkiezingen van 2001 minder kandidaten dan posten zijn in verschillende provincies.

In 2002 is het tijdens de veelvoudige debatten over verschillende FAB-hervormingsprojecten duidelijk dat de Vlaamse verenigingen minder belang willen hechten aan het nationale niveau, in tegenstelling tot Franstaligen. En zoals elke keer dat men de associatieve wereld wil hervormen halen sommige het idee van de oprichting van een vakbond boven, zelfs als de laatste bestaande vakbond (de SNAB) aan het verdwijnen is bij gebrek aan leden. Sommige verenigingen besluiten de FAB te verlaten, moe van het wachten op de steeds uitgestelde hervorming: dit is het geval voor de AABW en de vereniging van Limburgse architecten die toetreedt tot het NAV.
Voorzitter Dan Craet zal een wetsvoorstel tot hervorming van de FAB-statuten voorstellen maar dit zal helaas niet afgerond worden.

De energie die aan deze discussies besteed wordt, verhindert gelukkig niet dat een aantal concrete initiatieven het daglicht zien: in 2002 kunnen de federale verenigingen eindelijk de nieuwe editie van "Administratieve bepalingen van het bestek voor privé-bouwwerken” van de FAB-CB (Confederatie Bouw) verspreiden: de moeizame herziening van dit document zal een vijftiental jaren geduurd hebben.

In 2003 wil het management van Batibouw een meer commercieel karakter geven aan de Belgian Architecture Awards, die door de jaren heen een gewaardeerd en gewaardeerd evenement geworden is, en gezien de weerstand van de FAB zal het de beslissing nemen om haar eigen "Belgian Building Awards" op touw zetten.
De FAB besluit om haar eigen Awards meer luister te geven en organiseert de prijsuitreiking in Flagey met groot succes.


Vrouwen aan de macht

Het jaar 2003 vormt voor de Orde een scharnierjaar of een omslagpunt dat aan het licht komt ter gelegenheid van haar 40e verjaardag. Er wordt veel gedebatteerd zowel aan de Franstalige kant (met bijeenkomsten die vertegenwoordigers van de 4 "pijlers" van het beroep samenbrengen: Orde, beroepsverenigingen, onderwijs en media) en aan de Nederlandstalige kant (een thematische conferentie in elk van de 5 provincies).
Dat jaar werft de CNOA ook een nieuwe directeur aan nadat deze functie enkele jaren vacant bleef. Deze benoeming, op eigen houtje beslist door het Bureau, zorgt voor wat woelige reacties: eind juni wordt een informatiebijeenkomst georganiseerd na een verzoek om opheldering door enkele Franstalige raden. Het eerder geopperde idee om de functies van secretarissen-generaal te scheppen, ingevuld door architecten (een Franstalige en een Nederlandstalige), wordt voorlopig verlaten.

De problemen bij de Orde komen niet alleen van binnenuit: in november dreigt de Europese Commissie de Nationale Raad met een actie vanwege de hervatting van het (indicatief) barema op de site van de Orde, dit vormt volgens haar een belemmering van de vrije concurrentie. In juni 2004 zal het zelfs zover gaan om de Nationale Raad te veroordelen om een boete van 100.000 euro te betalen voor het verder verspreiden van dit document.

Maar 2003 is ook het jaar van de vrouwen: een vrouwelijke collega, Dominique Body, treedt voor het eerst toe tot het voorzitterschap van de Nationale Raad. Deze verkiezing verloopt onrustig omdat verschillende Franstalige provinciale raden zich verzetten tegen de toewijzing van het voorzitterschap van de Nationale Raad aan een lid van het Forum (verantwoordelijk voor de annulatie van de gemoduleerde bijdrage en de daaruit voortvloeiende financiële problemen). Het zijn eindelijk de Vlaamse stemmen die ervoor zorgen dat de functie aan D. Body toegekend wordt.
Tegelijkertijd wordt het voorzitterschap van de CAE toevertrouwd aan de Luxemburgse Marie-Hélène Lucas, terwijl het bij de FAB in de handen van Marie-Madeleine Mennens komt.
Laten we ook aanstippen dat een jaar later, in 2004, Zaha Hadid de Pritzker-prijs krijgt: zij is de eerste vrouw die wordt bekroond met deze prestigieuze titel.

Merk op dat het jaar 2003 eveneens het jaar is waarin de vereniging Architecten zonder Grenzen België het "Charter van Hasselt" voorstelt om de verschillende groepen ASF van Europa te verenigen en dat in 2004 de resultaten van het onderzoek gepubliceerd worden over beroepsaansprakelijkheid en verzekering van architecten in 15 Europese landen, uitgevoerd door het Centre d'Etudes d'Assurances (CEA), op verzoek van de Nationale Raad. Deze studie toont aan dat de Belgische architect degene is met de grootste verantwoordelijkheid qua beroepsaansprakelijkheid.
Tot slot noteren we op dat op 19 februari 2004 de tweede dag georganiseerd door "Actions Communes" in Louvain-la-Neuve gehouden wordt over verschillende beroepsonderwerpen (waaronder de kwestie van de ereloonschaal).