Van Hove Prijs 2019
Op zaterdag 19 oktober kwam de jury bijeen op de zetel van de UPA-BUA. De jury was samengesteld uit 9 leden:
- Chantal Dassonville, architect, Adjunct Algemeen Directrice van de Cel Architectuur bij de FWB
- Sven Grooten, architect en stedenbouwkundige, medeoprichter van B-architecten
- Didier Holemans, ingenieur architect, voorzitter van de UPA-BUA
- Thierry Lamy, architect, lid van het directiecomité van de UPA-BUA
- Guilia Marverti, architect lid van de BUA-J
- Marie-Madeleine Mennens, architect, lid van het directiecomité van de UPA-BUA
- Nico Steinmetz, architect in het Groothertogdom Luxemburg
- Catherine Titeux, architect en dr.in de kunstgeschiedenis, docent aan de l’ENSAM (Montpellier)
- Pierre Van Assche, architect en stedenbouwkundige, lid van het directiecomité van de UPA-BUA, verantwoordelijk voor de Van Hove Prijs
De Proclamatie vond plaats op 20 november 2019.
BEOORDELING ALGEMEEN VAN DE JURY
In het geheel van de ingediende projecten zijn de meeste, zoals voorgaande jaren, zeker verdienstelijk en geven ze blijk van een verzorgde presentatie. Door zijn werkingswijze verzamelt de Van Hove Prijs een vrij grote steekproef van projecten die wellicht representatief is voor het beste uit alle faculteiten architectuur in België. Zo tekenen zich elk jaar enkele trends af die min of meer door deze faculteiten gedeeld worden, evenals enkele specifieke kenmerken per faculteit.
In die zin is de Van Hove Prijs een interessant observatorium van de architectenopleiding in België. Over het algemeen merken de jury en de organisatoren van de Prijs op dat in deze sessie het architectuuronderwijs niet alleen een tendens nastreeft die meer en meer gebaseerd is op diepgaand onderzoek in de projectvoorbereiding, zoals reeds waargenomen in voorgaande jaren, maar ook dat de geografische omvang en de ambities van de aangepakte vraagstukken steeds groter worden. Zo heeft dit jaar bijna één op de vier kandidaten brede theoretische of territoriale vragen behandeld die door klimaatuitdagingen, stijgende zeespiegel of waterschaarste gesteld worden. In mindere mate zijn veel projecten bezig met het onderzoeken van strategieën voor de toekomst van perifere en landelijke gebieden, met name met betrekking tot hun verdichting of productiviteit. Hoewel de jury de betrokkenheid van architecten bij het onderzoek met betrekking tot deze kwesties onderschrijft, is hij echter van mening dat deze in veel gevallen de competenties overtreffen die van de alleenstaande architect verwacht kunnen worden en roept hij op om multidisciplinaire teams op te richten voor wat een student architect of ingenieur-architect niet alleen op zich kan nemen. Tevens heeft de jury van de Van Hove Prijs niet de pretentie over de materiële middelen, noch over de vaardigheden te beschikken om de relevantie van dergelijke projecten te beoordelen.
Daarom acht de jury het noodzakelijk om in de toekomst te eisen dat de projectpresentaties voor de Van Hove Prijs voorrang geven aan de architectuur als concrete uitdrukking van het theoretische, programmatorische of maatschappelijke discours.
Naast de hierboven genoemde kwesties van klimatologische, hydraulische, landelijke of perifere strategieën, blijven stedelijke verdichting, cultuur en publieke infrastructuur de favoriete onderwerpen van afstudeerprojecten die bij de Van Hove Prijs voorgesteld worden, met ook nog de herbestemming van het bestaande of van erfgoed, een aantal maatschappelijke kwesties en de gedetailleerde verkenning van kleinschalige woningbouw.
Onder deze verscheidenheid aan programma’s heeft de jury een selectie gemaakt van vijf projecten, namelijk de projecten nrs. 1, 3, 22, 26 & 29 die deze diversiteit aan het licht brengen en getuigen van een zekere moed, ondersteund door de kwaliteiten van het fundamenteel onderzoek, de geboden oplossingen en de architecturale uitwerking. De jury wilde deze diversiteit respecteren zonder aan een bepaald aspect voorrang te geven met een unieke prijs en besloot unaniem om deze vijf laureaten vijf eervolle vermeldingen toe te kennen van elk 1.000 €, zonder bijzondere rangorde.
VAN HOVE PRIJS 2019 – EERVOLLE VERMELDING
Sophie LEEMANS
KUL-Sint Lucas Brussel
« Architecture and flood permitting cities - urban flooding as incentive for positive incremental change »
In haar afstudeerproject beschrijft Sophie Leemans een aantal belangrijke uitdagingen die onze gebouwde omgeving de komende decennia bedreigen. In het bijzonder beoogt ze de uitdagingen en oplossingen te anticiperen van de gevolgen van overstromingen die veroorzaakt worden door de opwarming van de aarde. Hierdoor zal de zeespiegel stijgen en zullen we worden blootgesteld aan steeds extremere weersomstandigheden, wat afwisselend periodes van overvloedige watervallen en ernstige droogtes betekent.
Onze steden zijn tegenwoordig onvoldoende aangepast aan de gevolgen van deze fenomenen. Met een compleet arsenaal aan interventies onderzoekt Sophie Leemans oplossingen om het stedelijke weefsel te beschermen en het beter bestand te maken tegen watersnood. Interventies in de bestaande gebouwde omgeving proberen oplossingen te bieden om tijdelijk grote hoeveelheden water te op te vangen.
Dit omvat infiltratie, netwerkpompen, tijdelijke buffervijvers en bescherming van de kwetsbaarste gebieden. Voor elk geval worden de ruimtelijke gevolgen van deze interventies op een kwalitatieve wijze bestudeerd. In het kader van dit afstudeerproject waardeerde de jury het geheel van het onderzoek, evenals het arsenaal aan gepresenteerde oplossingen en hun gedetailleerde en inzichtelijke toepassing in het dichtbevolkte Brederode-district in het centrum van Antwerpen.
S.G
Kuang-Liang LO
KUL-Sint Lucas Brussel
« A heart we share - The garden of Beirouth »
Tussen niet minder dan vier religieuze gebouwen van verschillende godsdiensten, in een buurt met imposante stedelijke gebouwen, wordt het hart van de stad Beiroet dat nog slechts veld van ruïnes was in een chaotische omgeving, een plaats van herontdekking en kennis van de grote beschavingen die de gedeelde wortels van de Libanese samenleving vormen en dit dankzij de voorgestelde interventie en door de cirkelvorm die het verenigt. Het ontwerp verduidelijkt deze superpositie van archeologische lagen die teruggaan tot de Hellenistische periode, doorheen de Romeinse en middeleeuwse periodes om te eindigen in het Ottomaanse tijdperk en die per ongeluk blootgelegd werden door de verwoestende conflicten in Beiroet. De belangrijkste overblijfselen worden beschermd door luifels en krijgen een nieuwe leesbaarheid door de uitsparingen die erin voorzien zijn.
Wat voorheen een ontoegankelijk gapend gat was, wordt een belangrijke openbare ruimte in de stad, van groen voorzien en open voor iedereen, symbool van de vreedzame samenkomst van volkeren en culturen. Aldus herwaardeert het project de noord-zuid Cardo-as aan de westelijke rand van de site, verwijzend naar de Pax Romana, en onthult het tegelijkertijd de oude Romeinse hydraulische netwerken en de aanwezigheid van oost-west lopende Decumanus. In de lengteas van de opgravingen definieert het de oostelijke toegang van de archeologische vindplaats in een oordeelkundige herconfiguratie van de esplanade met een overhangend balkon dat nieuwe culturele voorzieningen (bibliotheek, enz.) huisvest en tevens uitrustingen voor activiteiten (tribunes voor een forum). Door hun plaatsing op het niveau van de oude maaipeilen slaagt het project er ten slotte in om alle functies rondom de site.
P.VA
Ludovic GAFFAREL
UCL LOCI Louvain-la-Neuve
« The post Brexit customs - Hoek van holland / Rotterdam »
Het project bevindt zich aan de monding van de Rijn aan de rand van Rotterdam op de plaats «Hoek van Holland», die al eeuwen een belangrijk maritiem distributiecentrum is dat het Verenigd Koninkrijk verbindt met het Europese vrachtnetwerk. Een van de gevolgen van de Brexit is het herstel van douanerechten en grenscontroles. Een rationele oplossing dient bedacht voor dit belangrijke infrastructuurknooppunt die de toegang tot de boten, de kust en de stad Rotterdam combineert en waar goederenen personenverkeer via de weg en de trein samenkomen. De hoeveelheid mensen en goederen is variabel.
Het project integreert al deze uitdagingen van verschillende schalen in een goed doordacht architecturaal project. Door een subtiel spel van niveaus kruisen de circulaties zich niet. De verplaatsingen van personen hebben geen invloed op die van de lading van goederen aan boord van de boten. Het laden gebeurt via passerelles die de verschillende niveaus verbinden en rolbruggen die geïntegreerd zijn in de gigantische luifel die de laadkades bedekt. De wacht- en controlezones en het hotel zijn ook perfect gedefinieerd.
De keuze van een structuur bestaande uit dunne schijven van gewapend prefab beton met driehoekige vorm sublimeert de functie, het zorgt zowel voor een vloeiende als onbeperkte circulatie van de vrachtwagens binnen gebouw en markeert het landschap in de omgeving door een luchtige monolithische constructie waarvan de driehoeken een connotatie hebben met de zee en de zeilen van de boten.
MM.M
Dorine VAN DER BANK
KUL-Sint Lucas Gent
« Beyond the brick wall : interpreting pieter de hooch within the historical contexte of the almshouses »
Een groot Belgisch architect vertelde ooit dat hij elke ochtend door een kunstboek bladert, een beetje zoals een geestelijke ochtendgymnastiek, om binnen een begrensde ruimte te stappen, of nog om binnen een mentale ruimte te treden. Dezelfde benadering werd door de jury gewaardeerd in het project Beyond the Brick Wall van Dorine Van der Bank, waarbij een kunstenaar-schilder, Pieter de Hooch, als inspiratie dient voor een restauratieproject rond architectuur uit dezelfde periode en om een hedendaagse ingreep voor te stellen dat gebruik maakt van analoge tekeningen om het ontwerpproces te ondersteunen.
Deze tactiele en fragiele tekeningen verrassen bijna in het tijdperk van het binaire digitale, van het alles of niets, zonder tolerantie of onnauwkeurigheid. En het is precies deze juxtapositie van ruimtes, van clair-obscur die het perspectief en het ruimtelijk gevoel versterkt dat we in het werk van de Hooch terugvinden, de buitenruimte suggererend, en dus een extern kader, de intimiteit van de ruimte is gewaarborgd, maar niet zonder een ruimtelijke perspectiefstelling, niet zonder het besef van een grotere wereld, van een reflectieve gedachte die de weg opent naar een dialectiek van de Verlichting.
Deze tegenstelling tussen de grens die de ruimte bepaalt en de opening die de ruimte overstijgt weten te identificeren en deze grens overschrijden zonder de definitie van ruimte te vernielen, is inderdaad de delicate oefening van architectuur.
De jury waardeerde ook het subtiele en verfijnde tekenwerk, de samenhang van een hedendaagse restauratie zonder krampachtigheid met de huidige eisen in een project dat tot in kleine detail bestudeerd is. Ondanks, of juist vanwege de kleinschaligheid, verdient dit project een speciale vermelding. Naast spectaculaire en overdonderende projecten is schoonheid ook, zo niet nog meer, en bovenal in een wereld die haar grenzen bereikt heeft, te vinden in de poëzie van de historische bescheidenheid en in het vermogen om zich te beperken. Naar de geschiedenis luisteren en zijn tuin onderhouden behoren wellicht tot de meest duurzame strategieën.
D.H
Sara DE STERCK & Ruben VANVLASSELAER
KUL – Ingenieurswetenschappen-architectuur
« Ferme Alaise - Design research into the perpetuation of agricultural rooms by ingrating a productive residential landscape »
Aan de hand van een delicate grafische presentatie waarbij de verschillende schalen van het project worden behandeld, werd de jury verleid door dit architecturaal onderzoek, dat een productief landschappelijk woonprogramma behelst, toegepast op het gehucht Maleizen (Vlaams-Brabant). Het beoogt een sociaal-economisch systeem waarin de landbouw een centrale rol speelt en een maatschappelijke identiteit geeft, terwijl het landschap op een duurzame manier wordt opgebouwd met nieuwe huisvestingsvormen. Dit project van Ferme Alaise combineert semi-stedelijk weefsel en landbouw en stelt een nieuw boerderijmodel van de 21ste eeuw voor, dat onder andere de vraag naar verdichting beantwoordt. Dit wordt uitgedrukt in de vorm van drie typologieën die geïntegreerd zijn in de dorpsstructuur en verdeeld worden over drie zones: de productiegebouwen, de serres voor de senioren en de woongebouwen grenzend aan het bebouwde land. De motivering voor het project komt voort uit de observatie van de stadsvlucht en het ideaal van wonen op het platteland. Dit heeft geleid tot de kolonisatie van het platteland door lineaire verkavelingen en de betonering van agrarische gebieden
met als gevolg het insluiten van grote boerderijen, wat heeft geleid tot de devaluatie van de lokale voedsellandbouw en de afbraak van het sociale weefsel. Vandaag wordt, vooral in Vlaanderen, het platteland geconfronteerd met nieuwe huisvestingsproblemen als gevolg van demografie, de vergrijzing van de bevolking en de behoefte aan sociale woningbouw. Deze stand van zaken legt veel druk op de overblijvende vrije ruimtes. Hierbij pakt het project de zeer actuele vraag aan van de verdichting van randstedelijke en rurale gebieden, en stelt het een coherente oplossing voor die een meerwaarde biedt in de maatschappelijke reflectie omtrent woonkwaliteit.
G.M – Ch.D